Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [7]de sterkte [8]des Konings, die het recht lief heeft. [9]Gij hebt [10]billijkheden bevestigd, Gij hebt recht en gerechtigheid gedaan [11]in Jakob. 7. Die Hij doet blijken in het verdrijven onzer vijanden. 8. Te weten, Christus Jezus. 9. Te weten, die onze Koning zijt. 10. Dat is, alle billijkheid of rechtmatigheid; alsof hij zeide: Al is de Heere een sterk en machtig Koning, nochthans is Hij geen tiran, dat Hij zijne onderzaten met geweld zou onderdrukken; maar Hij bemint de gerechtigheid en Hij doet een ieder recht. 11. Dat is, onder het volk Israel, dat van Jakob afkomstig is.